Zazen: het merg van zen Zazen is de beoefening van de zitmeditatie.
za betekent 'zitten' zen betekent 'concentratie', 'begrijpen'
Zitten en 'mediteren' is de beoefening van zazen.
De zenmeditatie is geen speciale meditatietechniek. In de zen betekent 'mediteren': zijn geest hier en nu, op elk ogenblik, concentreren op de lichaamshouding, op elke uitademing en op elke uitademing, terwijl men bewegingloos zit. Ons dagelijks leven is onophoudelijk één en al beweging: bewegen van hier naar ginder, van thuis naar het werk, van het werk naar de winkel, van de winkel enzovoort. En onze geest beweegt mee als een lenig dier. In het oosten wordt hij wel eens vergeleken met een aap, die onophoudelijk van gedachte tot gedachte gaat.
Zazen is terug tot rust komen
Zazen is de tijd nemen om tot rust te komen: voor lichaam en geest, met lichaam en geest. In zazen worden we één met onze geest, met de geest die tot rust gekomen is: met onze ware natuur. Zazen beoefenen is terugkeren naar onszelf. Niet op een egoïstische manier, maar in de betekenis van terugkeren naar de essentie van onszelf.
Zen bestuderen is zichzelf bestuderen, zei de Japanse zenmeester Dogen Kigen.
Beschrijving van de zazenhouding
Tussen hemel en aarde
Om een juiste houding te kunnen aannemen gebruiken we een kussen, de zafu.
Hierop gaan we zitten met gekruiste benen. Niet iedereen kan in volledige lotus zitten, maar voor zazen is dit zeker geen must. De halve lotus - waarbij één voet boven het ene been en één voet onder het andere been geplaatst wordt - voldoet ruimschoots.
Het belangrijkste voor de juiste houding is de correcte kanteling van het bekken naar voren. Onderaan de rug (ter hoogte van de vijfde lendenwervel) kantelt het bekken naar voren, zodat de knieën goed tegen de grond drukken. Zo krijgt de zithouding een stevige, stabiele basis.
Vanuit die basis strekken we de rug recht omhoog. De zazenhouding is fundamenteel een verticale lichaamshouding. Om die verticaliteit goed te beklemtonen trekken we de kin in en strekken we de nek, alsof we met de top van ons hoofd tegen de hemel drukken. Op die manier strekt de zazenhouding zich tussen hemel en aarde.
Het lichaam strekken wil helemaal niet zeggen dat de houding krampachtig of stijf wordt. In de juiste zazenhouding gaan souplesse en kracht samen.
De handen
De linkerhand rust in de rechterhand waarbij enkel de vingers elkaar raken. De duimen raken elkaar in elkaars verlengde boven de vingers. Het contact tussen de duimen is licht en de duimen blijven horizontaal. Zo vormen de duimen en de andere vingers een zo open mogelijk ovaal. De houding van de handen in zazen drukt openheid en rust uit.
De ogen en de neus
De ogen zijn naar beneden gericht, in een hoek van ongeveer 45 graden. Ze blijven open. Met gesloten ogen hebben we snel de neiging om in te dommelen of om onze gedachten te laten gaan. De ogen fixeren niets. Zo wordt de blik ruim en open. De stand van de ogen tijdens zazen zorgt ervoor dat ook onze ogen tot rust komen.
In een juiste houding staat de neus in een verticale lijn boven de duimen. Als het hoofd naar voren neigt, verdwijnt dit evenwicht. Ook als de kin niet genoeg ingetrokken is, verdwijnt het evenwicht en zal de neus naar boven gericht zijn.
De ademhaling
In zazen is de ademhaling vrij. We ademen in en uit op een zo ruim mogelijke manier. D.w.z.: We laten de ademhaling verlopen in een rustig ritme (niet te kort maar ook niet te lang).